Het geeft toch altijd een beetje spanning. Een nieuw concept brengen voor een groep. Zelfs al is het een grappig beeld als een boterham met choco. Op een inspiratienamiddag rond diversiteit en inclusie was het opnieuw zover.
Op 6 juni organiseerde het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk een inspiratiedag voor geïnteresseerde organisaties. Zij konden zich laten inspireren door drie praktijkvoorbeelden. Met Co-Searching waren wij één van die sprekers, en ik was er ook bij om als vrijwilliger over mijn ervaring te spreken. De focus lag op de vraag: "Hoe werken wij inclusief met vrijwilligers?"
De boterham
Bij Co-Searching gebeurt dat dus als een boterham met choco. Wees gerust, mijn toehoorders waren even verbaasd als u toen die boterhammen in mijn presentatie verschenen.
Hoe zit het juist in elkaar? Naar mijn mening zien veel organisaties zich als een boterham met sneetjes kaas ertussen. Wanneer ze met inclusie beginnen gaan ze ervan uit dat er personen zullen binnenkomen die enkel hesp lusten. Geen probleem: een budget wordt aangewend om ook hesp te voorzien. Kaas vervangen door hesp voor die persoon. Probleem opgelost, mooie statistieken.
Inclusie dus als een heel praktisch gegeven. Denk aan hellende vlakjes voor rolstoelgebruikers, of prikkelarme ruimtes voor personen met autisme. Maar wat als die diversiteit van personen ook een diversiteit van ideeën meebrengt? Dan wordt het tricky.
Hier schort het vaak. Echte diversiteit is als een boterham met choco. Dit beleg doordringt de hele organisatie, en je krijgt het er niet zomaar van af. Inclusie gaat niet over dingen maar over mensen. Diverse mensen, die ook andere visies in het bedrijf zullen binnenbrengen. Met de nodige weerstand tot gevolg. Want inclusie vindt iedereen oké, zolang het maar niet te dicht bij de raad van bestuur komt.
In die zin heeft Co-Searching wel de moed gehad een boterham met choco te zijn. Zoals regioverantwoordelijke Annelies in haar deel uitlegde, zitten vrijwilligers ingebed in alle onderdelen. Tot in de raad van bestuur. Daarnaast is Co-Searching niet bang om de specifieke eigenheid van haar vrijwilligers ruimte te geven. En die zelfs te gebruiken.
Anders had ik vast niet over boterhammen met choco mogen spreken op zo'n publiek event.
Diversiteit in vrijwilligers
Naast de presentaties was er ook veel ruimte om met elkaar in gesprek te gaan. Via oefeningen in kleine groepjes, of tijdens het netwerken tussendoor. Daar kwam vooral naar voor dat vrijwilligers vandaag heel uiteenlopende profielen hebben. Zelfs binnen één organisatie. En dat levert heel specifieke uitdagingen.
Ik sprak een dame die was aangenomen door Kom Op Tegen Kanker om hun uitgebreide pool aan vrijwilligers te coördineren. Een opdracht met veel vraagstukken. Hoe zorg je voor samenhang tussen de student die actief meewerkt aan grote events en de gepensioneerde dame die een luisterend oor biedt aan patiënten? Of wat met jongere kankerpatiënten, die ook wel eens een luisterend oor zouden willen van die actieve student?
Een andere organisatie was een jeugdhuis met vooral jongeren van Marokkaanse origine. Bij hen was er een idee om diverser te worden. Maar dit riep veel angst op bij hun publiek. Wat bleek: zij zagen dit jeugdhuis als hun safe space, de enige plek waar ze zorgeloos zichzelf konden zijn. Hier hoefden ze zich niet telkens te verantwoorden waarom ze een hoofddoek droegen. Een niet-diverse plek die bescherming bood tegen een niet-inclusieve wereld. Bent u nog mee?
Steile groei
Wat me overal opviel was hoe explosief vrijwilligerswerk aan het groeien is. Veel kleine initiatieven hadden een portie financiële middelen gekregen en zaten plots met projecten van een heel andere schaal. Een werking die hiervoor nog gezellig-chaotisch was konden ze zich plots niet meer permitteren. Veel deelnemers aan de inspiratiedag waren nog maar pas aangenomen als betaalde kracht om de groeiende groep vrijwilligers te coördineren.
Het zet aan tot nadenken. In de reacties tijdens de presentaties kwam al naar voor dat veel vrijwilligers niet vrijwilligen omdat ze wat tijd over hebben. Het zijn vaak mensen die zijn uitgevallen op de arbeidsmarkt. Ze zien vrijwilligerswerk als een opstap naar betaald werk, een middel om opnieuw kracht en zelfvertrouwen te winnen. Of ze worden er subtiel toe gedwongen door de organisatie die hun uitkering betaalt.
Eigenlijk zie je hier hoe ook de maatschappij inclusie ziet als een boterham met kaas. Voor hen die geen kaas (meer) lusten voorzien we een budget voor hesp. Die hesp is een parallelle economie van vrijwilligerswerk. Daar blijf je in, tot je weer geleerd hebt kaas te eten.
Dit kan toch niet blijven duren? Het voelt bijna als een financiële bubble. Iets waar men geld naartoe blijft sturen zonder dat men de realiteit onder ogen wil zien. Dat het niet gaat over een keuze tussen kaas of hesp of wat dan ook, maar dat we allemaal choco gaan moeten leren smeren.
Het is natuurlijk dat dit weerstand oproept. De angst voor het vreemde, het andere. Maar het is ook mijn ervaring dat eens er menselijk contact is met al die 'rare' andere mensen, dit vaak als heel positief wordt ervaren.
Of zoals ik mijn presentatie afsloot: "Inclusie toepassen is als choco eten: it looks like sh*it, but it tastes wonderful!"