Over Leven in een Ongelijke Wereld: de mythe van de meritocratie

opiniestuk

Over Leven in een Ongelijke Wereld: de mythe van de meritocratie

Geplaatst op 04/06/2025 door Martijn

Deel dit artikel

Deze wereld, vol mensen, kent een diep ingebedde hiërarchie die van generatie op generatie wordt doorgegeven.

Een pasgeboren kind treft omstandigheden aan waarop het zelf geen enkele invloed kan uitoefenen. Voor wie geboren wordt in een liefdevolle, stabiele omgeving lijken kansen en ontplooiing binnen handbereik; voor anderen vormt het leven reeds vanaf het begin een gevecht.

Hoewel moderne samenlevingen zichzelf graag presenteren als rechtvaardig en meritocratisch, is de realiteit vaak anders. De structuren die het maatschappelijk leven organiseren — economische, juridische en sociale systemen — reproduceren in veel gevallen bestaande ongelijkheden. Niet iedereen krijgt dezelfde kansen, ondanks de illusie van gelijkheid.

Opvallend is bovendien dat samenlevingen systemen in stand houden die, paradoxaal genoeg, hun eigen interne tegenstellingen proberen te verhullen. Instellingen zoals psychiatrische inrichtingen en gevangenissen dienen niet enkel individuele zorg of bestraffing, maar functioneren eveneens als mechanismen om een schijn van maatschappelijke "normaliteit" te behouden. Zij dragen ertoe bij dat het afwijkende wordt opgesloten, zodat de orde buiten hun muren behouden kan blijven.

Een vergelijkbare hypocrisie kan worden vastgesteld op ethisch vlak: Moord is in vrijwel elke samenleving verboden en wordt streng gesanctioneerd behalve wanneer zij wordt uitgevoerd onder het vaandel van de staat, bijvoorbeeld in het kader van militaire operaties. In dergelijke gevallen wordt het nemen van levens gelegitimeerd, mits het onder bevel van hogerhand gebeurt. Diefstal, evenzeer verboden, wordt via juridische constructies soms onherkenbaar gemaakt. Prijsopdrijving, de opmaak van complexe clausules, of het doorverkopen van producten tegen hogere marges zijn sociaal aanvaarde praktijken geworden, waarop zelfs belastingen zoals BTW worden geheven. Wist je bijvoorbeeld dat 1500 Belgen in alle stilte een vervolging af konden kopen, dankzij een controversiële wet die de mogelijkheid geeft aan mensen die er het geld voor hebben, justitie te ontwijken?  In essentie wordt economische winstbejag gelegitimeerd en fiscaal gestimuleerd, terwijl dezelfde handelingen in andere contexten als misdrijven worden bestempeld.

Deze tegenstrijdigheden zetten aan tot nadenken. Is het de wereld die niet klopt, of zijn wijzelf het probleem wanneer wij ons daar niet langer in kunnen vinden? Wanneer je de tempo niet kan volgen, niet past bij 'de norm' of uitvalt met burn out, wat zegt het over wat de samenleving van de mens eist?

Wat me steeds meer opvalt, is hoe hardnekkig de mythe van de meritocratie zich in onze samenleving heeft genesteld. We blijven geloven dat wie hard werkt vanzelf vooruitkomt, dat succes een kwestie is van verdienste. De job gaat naar de meest gekwalificeerde kandidaat, degenen die het hardst werken verdienen een beter loon, etc. Maar eerlijk gezegd: ik geloof dat niet meer. Of beter gezegd: ik geloof niet meer dat het helemaal zo werkt. Want hoe kun je spreken van gelijke kansen in een wereld waarin bezit, macht en status al eeuwen geleden zijn verdeeld? Waar wie toen kon nemen, nu bezit? Denk aan de enorme ongelijkheden die ontstonden na de val van de Sovjet-Unie — een kleine groep greep alles, terwijl de rest achterbleef. Dát is geen kwestie van verdienste, dat is geschiedenis die doorsijpelt in het nu.

Het idee dat afkomst, kleur, geslacht of rijkdom geen rol zouden mogen spelen, is mooi. Maar we leven op een planeet die structureel ongelijk is verdeeld, en die kloof voel je niet alleen in cijfers — je voelt 'm ook in je lijf, in je geest. Voor mij raakt het allemaal samen in die voortdurende druk om jezelf te bewijzen, om je plek te veroveren, om mee te blijven draaien in een wereld waar "je best doen" niet altijd genoeg is. Misschien is dat wel waarom zoveel mensen, net als ik, opbranden. Niet omdat we zwak zijn, maar omdat we proberen overeind te blijven in een systeem dat gebouwd is op fundamentele ongelijkheid.

Wat zeker is: gevoelens van vervreemding en onvrede zijn geen individuele afwijkingen. Velen ervaren vandaag een diepe discrepantie tussen wie zij zijn, wat zij nodig hebben om menswaardig te leven, en wat van hen wordt verwacht binnen het huidige maatschappelijke kader.

Misschien is het tijd om kritisch te herdenken wat wij als normaal en wenselijk beschouwen.

Minder nadruk op blinde vooruitgang en economische groei, meer ruimte voor menselijke waardigheid, rust, en zingeving.

Niet harder, maar wijzer.

Niet meer, maar beter.

Niet louter streven, maar ook stilstaan en herwaarderen.